Herziening richtlijn: Pijnmeting en behandeling bij kinderen

Geen enkel kind zou onnodig pijn moeten lijden. Toch gebeurt dat nog te vaak, omdat pijn bij kinderen lastig te meten en te behandelen is. De herziene richtlijn Pijnmeting en behandeling bij kinderen besteedt meer aandacht aan gevalideerde en comfortabele meetinstrumenten om pijn bij kinderen te meten. Daarnaast komt het biopsychosociaal model aan bod, dat beschrijft hoe gezondheid en ziekte worden beïnvloed door een combinatie van biologische, psychologische en sociale factoren. Door acute en chronische pijn bij kinderen vroegtijdig en effectief te behandelen, kunnen langdurige gevolgen voor hun ontwikkeling worden voorkomen.
 

Waar de vorige richtlijn uitging van diagnoses, ligt in deze herziening de focus op het soort pijn. Dit maakt de richtlijn niet alleen efficiënter, maar ook breder toepasbaar. Bovendien is hij ontwikkeld door en voor alle zorgprofessionals die met kinderen met pijn werken, zodat samenwerking en afstemming verbeteren.
 
Maarten Mensink, anesthesioloog-pijnspecialist en voorzitter van deze herziening: “Kinderen met pijn komen soms in contact met meerdere zorgprofessionals. Daarom is het extra belangrijk dat zorgprofessionals elkaar goed begrijpen en een gemeenschappelijke 'taal' spreken. Dit zorgt ervoor dat de zorg voor kinderen met pijn effectiever wordt.” 
 
De herziening van de richtlijn vond plaats in drie fasen. Eerder werden modules ontwikkeld over pijndefinitie, prognostische factoren, screeningstools en meetinstrumenten voor comfort en pijn. In deze laatste fase zijn zes modules herzien, gericht op pijnbehandeling en de organisatie van zorg.
 
Lees hier de herziene richtlijn.