Peter Noordzij richt zich in zijn werkzaamheden en wetenschappelijk onderzoek met name op de oudere patiënt. ‘Operaties komen steeds vaker voor bij ouderen als gevolg van de vergrijzing en betere behandelmethoden.
'Operaties komen steeds vaker voor bij ouderen als gevolg van de vergrijzing en betere behandelmethoden. De populatie verandert snel. Toen ik aan het werk ging in het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein, bekend als groot hartchirurgisch centrum, werden 80-plussers daar niet aan het hart geopereerd, uitzonderingen daargelaten. Het operatierisico was te hoog vond men, waarbij je niet moet vergeten dat het destijds niet gebruikelijk was om tachtigers te verwijzen voor hartchirurgie. Nu, tien jaar verder, is het vrij gewoon dat deze ouderen aan het hart geopereerd worden. Hierin is de anesthesioloog een steeds belangrijkere coördinerende rol gaan spelen. Daar komt mijn specifieke interesse vandaan. Doordat mensen steeds ouder worden, nemen ook de risico’s toe bij operaties, want ouder worden betekent meer chronische ziekten en beperkingen. Bovendien, en los van die chronische ziekten en ouderdomsverschijnselen, hebben deze mensen nog vaak andere klachten. Kwetsbaarheden die wij als medisch specialisten met onze vrij nauwe aandachtsgebieden vrij makkelijk over het hoofd zien.
Wat wij nu al ruim acht jaar proberen, is om de anesthesioloog als generalist veel meer de spin in het web van deze complexe patiënt te laten zijn. De coördinator die de chirurg, de geriater, de cardioloog, de fysiotherapeut en de diëtist bij elkaar haalt en dan een multidisciplinair plan opstelt dat precies bij die patiënt past. In mijn ogen een mooi en heel nuttig initiatief, dat inmiddels goed aanslaat.’Door een gerichte preoperatieve screening te doen, waarbij je beoordeelt of de oudere patiënt fit genoeg is voor een operatie. Je kunt daarvoor vrij eenvoudig een “kwetsbaarheidsmaat” gebruiken. Wij nemen nu bij patiënten die kwetsbaar lijken een paar aanvullende testen af. De resultaten bespreken we met een team waarin de geriater en chirurg zitten. Meestal gaat het om vier à vijf patiënten per week, waarbij we de tijd nemen om de verschillende behandelopties te bespreken. We kunnen dan veel beter de wensen van de patiënt meenemen in onze overwegingen. Ouderen hebben vaak andere prioriteiten dan jongere patiënten. Het gaat minder vaak over langer leven, ten koste van alles, maar bijvoorbeeld: zoals ik nu leef wil ik nog wel vijf jaar door. Wij hebben natuurlijk geen glazen bol, maar willen hier heel zorgvuldig mee omgaan. Dat komt neer op goed naar de patiënt luisteren en proberen maatwerk te leveren. Al doende levert ons dat veel ervaring op.
Uit: jubileumuitgave Anesthesiologie, 75 jaar Kloppend hart van het ziekenhuis