​​​​​​​Nauwelijks inhaalzorg in 2021, grote opgave voor 2022

Utrecht – Nederlandse ziekenhuizen hebben in 2021 amper een begin kunnen maken met operatieve inhaalzorg, blijkt uit een data-analyse van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA). Over het gehele jaar bezien was het aantal operaties niet terug op het normale niveau van voor de Corona-pandemie.

In 2021 steeg de OK-productie ten opzichte van 2020, maar is de gemiddelde daling ten opzichte van een jaar eerder nog steeds -10%. In vergelijking met de teruggang van 14% tussen 2019 en 2020 was er afgelopen jaar slechts een kleine vooruitgang. Dit blijkt uit de analyse die op basis van declaratiegegevens is gedaan.

Beperkte capaciteit
Eerder berichtte de NVA al dat 140.000 operaties zijn uitgesteld. Deze inhaalzorg komt bovenop de reguliere zorg die naar het normale niveau moet worden opgeschaald. De operatiecapaciteit is beperkt door de grote druk die de coronapandemie geeft op de zorg, met name door de belasting van de IC’s en verpleegafdelingen, samen met oplopend ziekteverzuim. Volgens de NZa is de productie ook begin 2022 nog niet terug op het oude niveau door ziekteverzuim.

Duurzame inzetbaarheid
Vanwege het hoge ziekteverzuim moet met een flexibele beleidsblik naar het probleem worden gekeken, zegt NVA-voorzitter Caroline van der Marel in een reactie op de analyse. “OK-medewerkers draaien net als veel andere zorgmedewerkers al ruim een jaar dubbele diensten en overuren. We moeten een brede oplossing zoeken in duurzame inzetbaarheid van zorgmedewerkers, bijvoorbeeld door ondersteunende medewerkers op de OK in te zetten. Zo kunnen anesthesiemedewerkers ontlast worden in de meer laagcomplexe taken, zoals het voorraadbeheer van de operatiekamers. Een andere manier om duurzame inzetbaarheid van personeel te creëren en de IC-druk tijdens een pandemie te verminderen, is het uitbreiden van het aantal PACU-afdelingen in Nederland, waar 30% van de postoperatieve zorg kan worden gedaan. Dit zijn patienten die niet naar de IC hoeven.”   

Flinke dalingen in het najaar
Het maandbeeld in de nieuwste NVA-analyse laat zien dat de OK-productie het meest terugliep in de wintermaanden en in het voorjaar van 2021. Tussen januari en mei zijn dalingen te zien tot maximaal -33%, met uitzondering van een lichte plus in maart. Ook in juni is een stijging zichtbaar, maar daarna slaat het beeld om met een daling tot maximaal -5% voor de periode van juli tot september. Deze negatieve trend zet zich vervolgens verder door in oktober en november (-9%).

De specifieke percentages verschillen wel per specialisme. Thoraxchirurgie (operaties aan onder andere het hart en de longen) kreeg te maken met een teruggang van -18%, net iets meer dan operatieve ingrepen in het kader van anesthesiologische pijngeneeskunde. 

Regionale verschillen
Ook per regio zijn verschillen te zien in de trends. Met name Groningen en Drenthe zijn hard getroffen door teruggelopen OK-productie. In deze twee noordelijke provincies was een daling zichtbaar van -24% ten opzichte van 2019 en van -17,2% ten opzichte van 2020. Ook Friesland, Limburg, Zeeland en Noord-Brabant noteerden een daling die hoger ligt dan in andere delen van Nederland.