Behandeling van diabetische polyneuropathie

Als medicijnen niet helpen, kan je arts je doorverwijzen naar een pijncentrum. Daar krijg je een behandeling van een multidisciplinair team. Dat team bekijkt hoe je het beste geholpen kunt worden. In het team zitten onder andere anesthesioloog-pijnspecialisten: medisch specialisten die gespecialiseerd zijn in pijngeneeskunde. Hieronder leggen we uit welke pijnbehandelingen er zijn voor zenuwpijn door diabetes

Zenuwblokkade (lumbale sympathicusblokkade) bij diabetische polyneuropathie 

Bij deze behandeling blokkeert de anesthesioloog-pijnspecialist een zenuwbaan die aan de voorkant van je wervelkolom loopt. Deze zenuwbaan heet ‘sympathicus’. Een blokkade van deze zenuwbaan in de onderrug kan de pijn verminderen en soms de doorbloeding verbeteren. Je merkt dit ongeveer 6 tot 8 weken na de behandeling.  

Verloop van de behandeling   

Tijdens de behandeling lig je op je buik op een behandeltafel. Je huid wordt eerst ontsmet en je krijgt een plaatselijke verdoving. Met behulp van röntgenstralen brengt de pijnspecialist een naald onderin je rug. Als de naald op de goede plek zit, spuit de arts een verdovingsmiddel in om de zenuw te blokkeren. Dit verdovingsmiddel werkt tijdelijk.

Als blijkt dat deze proefblokkade met alleen lokale verdoving helpt dan blokkeert de pijnspecialist de zenuw voor een langere periode. Dit kan met stroom (radiofrequente of RF-behandeling) of met lang werkende medicijnen. De behandeling duurt meestal 30 tot 45 minuten in totaal. Je blijft na de behandeling nog een paar uur in het pijncentrum. Daarna kun je naar huis. 

Risico’s en bijwerkingen 

  • Een opgezet been. Door de behandeling gaat er meer bloed naar je been waardoor het kan opzwellen. Soms voelt je been warm aan. De zwelling gaat vanzelf weer over. 
  • Zenuwpijn (bijvoorbeeld in de lies of het bovenbeen) of een doof gevoel in het behandelde gebied. Deze klachten trekken geleidelijk weer weg, meestal na een paar weken.  
  • Een bloeduitstorting of een blauwe plek. Dit kan geen kwaad.
  • Een infectie. Krijg je na de behandeling koorts? Neem dan contact op met het pijncentrum. Je krijgt dan antibiotica. 

Ruggenmergstimulatie (neuromodulatie) bij diabetische polyneuropathie

Heb je al meer dan een jaar pijn? Dan kom je misschien in aanmerking voor ruggenmergstimulatie. Bij deze behandeling plaatst de anesthesioloog-pijnspecialist een geleidingsdraad (lead) onder de huid, dichtbij het ruggenmerg. De geleidingsdraad wordt verbonden met een apparaatje: de neurostimulator of neuromodulator. Dit is een soort batterij die lijkt op een pacemaker. Uit het apparaatje komen elektrische stroompjes, die via de geleidingsdraad naar je ruggenmerg gaan. Door de stroompjes voel je tintelingen. Hierdoor kunnen pijnprikkels de hersenen minder goed bereiken en neemt de pijn af. Omdat het een intensieve en kostbare behandeling is, krijg je eerst een uitgebreide screening waaruit moet blijken of de behandeling geschikt voor je is.  

Verloop van de behandeling

Tijdens de behandeling lig je op je buik op de operatietafel. Je krijgt een plaatselijke verdoving en een roesje. Dat betekent dat je nog wel bij bewustzijn bent, maar je ontspannen voelt of zelfs in slaap valt. De anesthesioloog-pijnspecialist plaatst vervolgens een holle naald in de ruimte voor het ruggenmerg. Via deze naald brengt hij of zij de geleidingsdraad (lead) in. Om te kijken of de naald op de goede plek zit, worden telkens röntgenbeelden gemaakt. Als de lead op de goede plek zit, wordt deze aangesloten op een verbindingsdraad. Deze draad komt onderaan je rug uit de huid en wordt aangesloten op de neuromodulator. 

Meestal krijg je eerst een proefbehandeling. Dit betekent dat de neuromodulator aan de buitenkant van je lichaam wordt geplakt. Je kunt dan eerst twee weken testen wat het effect op de pijn is. Als het niet helpt, wordt de geleidingsdraad weer weggehaald. Helpt de neuromodulatie wel, dan krijg je na twee weken nog een operatie waarbij de neuromodulator onder de huid net boven je bil wordt geplaatst. 

Risico’s en bijwerkingen 

  • Wondpijn. Je kunt daartegen paracetamol gebruiken. 
  • Nabloeding. Dit kan meestal geen kwaad. Het bloeden stopt meestal vanzelf weer. 
  • Infectie. Het plaatsen van de geleidingsdraad (lead) verhoogt de kans op een infectie. Je krijgt dan antibiotica. 
  • Zenuwbeschadiging. Tijdens de operatie kan een zenuw beschadigd raken. 
  • Lekkage van hersenvocht door een gaatje in het hersenvlies. Dit kan geen kwaad, maar je kunt er wel hoofdpijn van krijgen.  
  • Een bloeding rond het ruggenmerg. Dit is een zeldzame complicatie. Je krijgt dan heftige pijn in je rug en later een doof gevoel in je benen. Bel direct naar het pijncentrum als je deze klachten hebt.  

Terug naar Zenuwpijn door diabetes (diabetische polyneuropathie)