Epidurale pijnstilling (de ruggenprik) is een injectie in de rug voor pijnbestrijding bij de bevalling. De ruggenprik wordt gegeven door een anesthesioloog. Het inbrengen en inwerken van een ruggenprik duurt ongeveer een half uur. Eerst wordt de huid verdoofd op de plek waar de ruggenprik wordt ingebracht. Zo merk je weinig van de prik zelf. Tijdens de ruggenprik wordt er een dun slangetje (katheter) geplaatst, zodat er tijdens de bevalling gemakkelijk meer pijnstillers te geven zijn.
Een ruggenprik kan worden gezet bij zowel een vaginale bevalling als een keizersnede. Bij een vaginale bevalling gebeurt dit bijvoorbeeld als de pijn te heftig wordt. Bij een keizersnede kan er, in plaats van een ruggenprik, ook gekozen worden voor volledige narcose. De verschillende vormen voor anesthesie bij een keizersnede hebben voor- en nadelen. Voordelen van een ruggenprik (al dan niet met het achterlaten van de katheter) zijn:
Nadelen van een ruggenprik vergeleken met narcose: