Mensen met een nekhernia (ook wel cervicaal radiculair syndroom) hebben pijn aan een zenuw in de nek. De klachten kunnen ook uitstralen naar de schouders, armen en vingers. Iemand kan ook last krijgen van een doof gevoel, tintelingen en krachtverlies. Een nekhernia komt niet vaak voor. Welke behandelmogelijkheden zijn er bij een nekhernia?
De meest gekozen optie is fysiotherapie, regelmatige rust en pijnstillers. Bij veel mensen gaan de klachten dan vanzelf over. Dit is meestal de eerste behandeloptie.
Je kunt tegen de pijn ook een epidurale injectie krijgen met corticosteroïden. Onder plaatselijke verdoving krijg je dan een ontstekingsremmend middel ingespoten. De plek, bijvoorbeeld je nek of juist lage rug, hangt af van waar de pijn vandaan komt. De pijnarts is terughoudend met deze behandeling, want bij sommige mensen neemt de pijn toe of kan de pijn zelfs chronisch worden. Vanwege deze serieuze bijwerkingen zal de arts goed met je overleggen of dit voor jou de beste optie is.
Bij een zenuwblokkade met stroom (pulsed radiofrequente behandeling, PRF) verdooft de pijnarts de zenuw. Dit gebeurt door met een naald lichte stroomstootjes toe te dienen vlakbij de zenuw. Pijnprikkels gaan dan minder goed door naar je hersenen, waardoor je minder pijn voelt. De pijnarts geeft je een plaatselijke verdoving en brengt dan een naald in. Vervolgens zoekt de arts de juiste positie op. Dit kan een gevoel van warmte of druk geven. Je krijgt dan een aantal korte stroomstootjes. Dit brengt de zenuw voor langere tijd tot rust.
Als de pijn niet vanzelf overgaat of als de pijn heel ernstig is, kan de behandelaar een operatie voorstellen. Maar als de pijn zonder operatie goed te behandelen is, is het ook een optie om nog even af te wachten. Een operatie is namelijk ingrijpend. Een jaar na de operatie zijn de uitkomsten ongeveer hetzelfde tussen mensen die wel en geen operatie kregen.